Vorig seizoen spraken veel voetbalvolgers hun vrees uit dat Ajax en PSV een steeds grotere voorsprong namen op de andere Nederlandse clubs. Dat zou de Eredivisie saai maken, zo redeneerden ze, en minder animo voor de nationale competitie leidt op den duur ook tot minder inkomsten. En da’s dan ook weer slecht voor die ‘grote twee’. Een jaartje later is de situatie alweer veranderd en is er eigenlijk alleen nog een grote één: Ajax.
Programma Eredivisie 2019 – 2020
Ajax eenzaam aan de top
De Amsterdammers hebben Feyenoord al op een niet meer in te halen achterstand gezet en krikten de marge richting PSV in no time op tot elf punten. Of AZ, nu met zes punten minder, nog lang in het spoor kan blijven valt te betwijfelen: de spelersgroep is op cruciale plekken erg jong en daardoor onvermijdelijk wisselvallig.
Ten Hag tolereert geen verslapping
Voor Ajax is dat geen reden om tevreden achterover te leunen. Trainer Erik ten Hag barst van de ambities voor het vierde blok van het seizoen dat na de interlandperiode aanbreekt. De 49-jarige Tukker, die door diverse Europese topclubs wordt begeerd, tolereert geen enkele verslapping. Nooit en nimmer: “Wij moeten over negentig minuten lang die hoge intensiteit kunnen naleven. Het is een eis die wij bij elke wedstrijd op moeten leggen.”Algemeen directeur Edwin van der Sar onderschrijft die visie in zijn column in De Telegraaf. “We zijn vastbesloten door te groeien naar de internationale top”, tekent de ex-keeper op. “Dat is waar we heen willen. Structureel aanhaken bij de top van Europa.”
AZ kan bijna terug naar stadion Alkmaar
Het gaat rap met de herstelwerkzaamheden van het AFAS Stadion van AZ. Begin december hoopt de Alkmaarse club van de gemeente een vergunning te krijgen om het stadion weer in gebruik te nemen. Het doel is om op zondag 15 december in het stadion thuis te spelen. Op die dag staat de wedstrijd tegen Ajax op het Eredivisie programma van AZ Alkmaar. Sinds een deel van het dak instortte werkt de club zijn thuisduels af in Den Haag.
Algemeen directeur Robert Eenhoorn heeft overigens een andere blik op ‘de grote een’ waarmee dit stukje begon. “Ik denk dat alleen dat het grote gat waar iedereen het over heeft iets kleiner is dan men denkt”, zegt hij vol bravoure.